Rotator Cuff Scheur

Anatomie van de schouder

De schouder is een van de meest beweeglijke gewrichten in ons lichaam. Het schoudergewricht verbindt de bovenarm met de romp. Het is een kogelgewricht waarbij de bol (humeruskop) past in de kom van het schouderblad (glenoid).
In een gezonde schouder glijdt de kop soepel in de kom, omdat beide botten bedekt zijn met kraakbeen. Dit is een gladde, gepolijste stof. Het gewricht wordt gesmeerd door synoviaal vocht, de gewrichtsvloeistof.

De bewegingen van de schouder worden verzorgd door 2 spierlagen, een oppervlakkige en een diepe laag:

De deltoid spier ligt oppervlakkig over de schouder en levert vooral kracht.
De diepe laag wordt gevormd door de pezen en de spieren van de rotator cuff. Deze verzorgen zowel de stabiliteit als de beweeglijkheid van het schoudergewricht.
Ook het labrum en het kapsel dragen bij aan de stabiliteit van het gewricht.
afbeelding schoudergewricht met spieren
Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.
 

Rotator Cuff Scheur

Een scheur in een of meerdere pezen van de rotator cuff wordt een rotator cuff scheur genoemd. Indien een pees volledig afgescheurd is van het bot, spreekt men van een volledige dikte scheur. Indien een pees gedeeltelijk afgescheurd is van het bot, spreekt men van een partiele dikte scheur. De scheuren kunnen ontstaan als gevolg van een chronische slijtage of als gevolg van een acuut trauma (bijvoorbeeld een val). Bij een rotator cuff scheur van één of twee van de 4 pezen kan er krachtsverlies en pijn optreden. De arm behoudt soms wel zijn functie, omdat de andere nog intacte pezen dit overnemen.

De voornaamste symptomen van rotator cuff scheuren zijn de combinatie van pijn en krachtsverlies. De pijn is gelegen in de bovenarm en is meestal aanwezig tijdens geforceerde bewegingen van de schouder. Eveneens kan 's avonds en 's nachts de pijn aanwezig zijn. Het zijn meestal de bewegingen naar buiten en naar boven die met minder kracht uitgevoerd kunnen worden.

Onderzoek

Door middel van lichamelijk onderzoek van de schouder kan worden vastgesteld welke pees of pezen van de rotator cuff aangetast zijn. Zowel de pijnklachten als de mate van de overgebleven kracht zijn belangrijk. Beeldvorming zoals röntgenfoto's, echografie en eventueel een CT of een MRI scan worden uitgevoerd om de diagnose te bevestigen. Ook kan de uitgebreidheid en de grootte van de scheur worden beoordeeld.

Behandeling

Er zijn verschillende factoren zoals uw leeftijd, duur van de klachten, de oorzaak van de scheur en uw beroepsactiviteiten die meespelen bij de keuze voor de behandeling van een rotator cuff scheur. In samenspraak met u zal voor een niet-operatieve (conservatieve) behandeling of voor een operatieve behandeling gekozen worden. De conservatieve behandeling zal vooral gebaseerd zijn op het doen verdwijnen van de bijkomende ontsteking en het terugwinnen van de beweeglijkheid en de kracht van de andere pezen en spieren van de rotator cuff. Dit kan met pijnmedicatie en/of onstekingsremmers. Ook kan injecteren met verdoving en cortisone een bijdrage leveren aan het herstel. Daarnaast zal u fysiotherapie krijgen om de omliggende spieren te verstevigen.

Indien de conservatieve behandelingen niet of onvoldoende helpen, of wanneer het gaat om een acute rotator cuff scheur, zal gekozen worden voor een operatieve behandeling. Hierbij wordt de pees terug vastgehecht op de oorspronkelijke plaats. Dit gebeurt door middel van een klassieke hechting met draad of door middel van beenankers met draad. In sommige gevallen kan de rotator cuff niet meer gehecht worden, omdat de pees zelf te veel is teruggetrokken of van onvoldoende kwaliteit is. In dat geval zal worden gekozen voor het schoonmaken van de schouder waarbij het ontstekingsweefsel wordt weggenomen. Beide vermelde ingrepen kunnen arthroscopisch (kijkoperatie) of open uitgevoerd worden, afhankelijk van het type scheur. Zie voor meer informatie de folder "Arthroscopie schouder".

Revalidatie

De revalidatie zal afhangen van de gekozen ingreep. In het geval van de klassieke rotator cuff hechting dient de hechting 6 weken beschermd te worden door de schouder te immobiliseren. Dit gebeurt in een doek die de schouder tegen het lichaam houdt (adductieverband) of een verband die zorgt dat uw arm op een kussen ligt en de schouder niet belast (abductieverband). In die periode zal de fysiotherapeut de schouder bewegen, zonder dat u meehelpt. Na 6 weken mag u zelf de schouder actief bewegen, maar nog niet belasten. Na 3 maanden krijgt u ook spierversterkende oefeningen en mag u belast bewegen. In het geval van het schoonmaken van de schouder, zonder dat de pees gehecht wordt mag u wel onmiddellijk bewegen. Wat ook de gekozen techniek is, de revalidatie is langdurig en varieert van 3 tot 6 maanden.

Risico's

Elke chirurgische ingreep brengt mogelijke complicaties met zich mee: